Hoogopgeleide allochtone jongeren hebben en netwerk met veel laagopgeleide vrienden. Dat vermindert hun kansen op de arbeidsmarkt. Vooral allochtone jonge vrouwen hebben nauwelijks autochtone mannen in hun netwerk. En die zijn nu eenmaal nuttig als je een baan zoekt. Dit blijkt uit onderzoek van Matha Meerman, lector aan de Hogeschool van Amsterdam.
Allochtonen ondervinden flinke nadelen van hun achtergrond. Ze leggen bijvoorbeeld minder vaak contact met docenten, en bouwen daardoor niet de goede band op die zo handig is bij het toewijzen van een goede stage. Daarnaast heeft hun netwerk een andere opbouw. Studenten uit een laag sociaal milieu hebben na hun afstuderen vaak een vriendenkring met vrij weinig hoogopgeleiden, zeker in vergelijking met studenten met ouders die zelf gestudeerd hebben.Bron: De Pers
Oke, dat is dan nu bekend, dus kunnen we aan oplossingen werken. Die staan eigenlijk al in dit artikel: allochtone studenten moeten meer contact maken met docenten en autochtone medestudenten. Docenten moeten ook aan hun allochtone studenten denken als er een leuke taak of stage te vergeven is. En autochtone studenten kunnen hun allochtone collega’s eens meetrekken naar hun kringetje. Zo, probleem opgelost!
Lees ook:Studerende allochtone jongeren leiden dubbel leven
Lees ook:Vragenlijst over allochtone jongeren in jeugdzorg
Lees ook:Discriminatie op Haagse Hogeschool.
Lees ook:Allochtonen hebben het moeilijk
Lees ook:Allochtone kinderen kunnen vaak niet zwemmen.